Overslaan en naar de inhoud gaan
Abstract

De Europese bevolking vergrijst en heeft sinds 2014 een natuurlijke terugloop doorgemaakt, die alleen maar wordt opgevangen door nettomigratie. De beroepsbevolking krimpt terwijl het aantal ouderen toeneemt, een trend die zich naar verwachting zal voortzetten met de pensionering van de babyboomgeneratie. Deze verschuiving brengt uitdagingen met zich mee voor beleidsmakers met betrekking tot de werkgelegenheid, levensstandaard en welvaartsduurzaamheid in alle EU-lidstaten. 

Dit verslag probeert antwoord te geven op de vraag hoe we oudere werknemers zo lang mogelijk aan het werk kunnen houden. Het bevat een uitgebreide analyse van de ontwikkelingen op het gebied van de werkgelegenheid. De verschillen in arbeidskwaliteit tussen verschillende leeftijdsgroepen worden onderzocht en er wordt een analyse gemaakt van de verschillen in arbeidskwaliteit binnen de groep oudere werknemers. Eveneens wordt ingegaan op de push- en pullfactoren die van invloed zijn op de werkgelegenheidstrends in Europa en wordt grondig ingegaan op het beleid en de praktijken die de lidstaten invoeren om oudere werknemers aan het werk te houden. Het verslag belicht de cruciale rol van de sociale partners bij het vormgeven van deze resultaten en geeft tot slot algemene aanwijzingen waarmee beleidsmakers rekening kunnen houden.

Key messages

  • Het aantal werknemers van 55 jaar en ouder in de EU steeg van 23,8 miljoen in 2010 tot bijna 40 miljoen in 2023. Als gevolg van een combinatie van een hogere pensioenleeftijd, een langere levensverwachting en een betere gezondheid, steeg de arbeidsparticipatie met bijna 20 procentpunten.
     
  • Oudere werknemers in de EU hebben minder kans om werkloos te worden dan werknemers in het midden van hun loopbaan, maar als ze werkloos worden, is het risico op langdurige werkloosheid voor hen groter , en is het veel lastiger om weer een baan te vinden.
     
  • Een derde van de oudere werknemers heeft een “actieve” met een goede arbeidskwaliteit, terwijl een op de vijf werknemers een risicovolle baan heeft met een zeer hoge werkdruk. Deze rollen zijn gekoppeld aan een lager mentaal welbevinden, financiële onzekerheid en een slechter evenwicht tussen werk en privéleven.
     
  • Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt leidt vaak tot salarisverschillen, baanonzekerheid en mentale gezondheidsproblemen voor vrouwen, die na verloop van tijd alleen maar groter worden. Deze schadelijke effecten kunnen de loopbaanvooruitzichten voor oudere vrouwen verslechteren en de verschillen in werkgelegenheid vergroten.
     
  • Zorgvoorzieningen en sociale ondersteuning zijn cruciaal voor oudere werknemers, vooral voor vrouwen, aangezien veel vrouwen vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten om voor familieleden te zorgen. Dit is vooral duidelijk in Midden- en Oost-Europese lidstaten, waar mogelijk geen adequate zorgvoorzieningen en sociale ondersteuningssystemen zijn.
     

Executive summary

De Europese bevolking leeft langer, waarbij de natuurlijke terugloop alleen wordt opgevangen door nettomigratie. Het aandeel 50-plussers neemt toe en de demografische vergrijzing – krimping van de beroepsbevolking terwijl het aantal ouderen toeneemt – zal naar verwachting doorzetten naarmate de babyboomgeneratie met pensioen gaat. Om de daarmee samenhangende tekorten aan arbeidskrachten het hoofd te bieden, bevorderen Europese beleidsmakers een langere arbeidsparticipatie van ouderen. De meeste EU-lidstaten hebben de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd en de toegang tot vervroegd pensioen beperkt. Verlenging van het arbeidsleven vereist echter meer dan alleen wettelijke maatregelen. Dit verslag analyseert de ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, de verschillen in arbeidskwaliteit tussen leeftijdsgroepen en de verschillen met betrekking tot oudere werknemers. Het onderzoekt de factoren die van invloed zijn op de overgang naar pensionering in heel Europa en onderzoekt het beleid en de praktijken van de lidstaten om oudere werknemers aan het werk te houden. Het belangrijkste doel van het rapport is het onderzoeken van effectieve benaderingen om ouderen betrokken te houden bij de arbeidsmarkt, manieren vast te stellen om hen in staat te stellen en te motiveren om te blijven werken en te bepalen wie erbij betrokken moet worden om te zorgen voor een leeftijdsgeschikte werkomgeving.
 

Beleidscontext

In Europa is het aantal werknemers van 55 jaar en ouder dat actief is op de arbeidsmarkt gestaag toegenomen, maar de arbeidsparticipatie van deze leeftijdsgroep kan nog verder worden gestimuleerd. Dit is echter geen eenvoudige onderneming: opvattingen, praktijken op de werkplek en de kwaliteit van het werk spelen hierbij een belangrijke rol.
 

Conform de EU-verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie houdt de EU zich al ruim twintig jaar intensief bezig met de demografische veranderingen en de gevolgen daarvan voor de arbeidsmarkt. De problemen worden aangepakt door middel van verschillende beleidsbenaderingen en daarmee verband houdende instrumenten.
 

Om lidstaten te helpen zich aan te passen aan de nieuwe uitdagingen en tegelijkertijd billijkheid en solidariteit tussen de generaties aan te moedigen, kan de Europese pijler van sociale rechten als raamwerk dienen. Deze pijler benadrukt het recht van werknemers op een werkomgeving die aansluit bij de professionele behoeften van werknemers, zodat zij langer op de arbeidsmarkt kunnen blijven.
 

In 2023 lanceerde de Europese Commissie een demografietoolbox voor de lidstaten met beleidsopties op het gebied van intergenerationele rechtvaardigheid, non-discriminatie en gendergelijkheid. De Raad van de Europese Unie verwelkomde de toolbox en benadrukte zijn analyse van de demografische problemen in de EU-lidstaten en de oproep tot een alomvattende aanpak van demografische veranderingen.
 

Belangrijkste bevindingen

In 2023 waren er bijna 40 miljoen oudere werknemers. De arbeidsparticipatie van 55-plussers is in de periode 2010-2023 met bijna 20 procentpunten gestegen als gevolg van factoren als een hogere pensioenleeftijd, een hogere levensverwachting en een betere gezondheid.
 

Het risico op langdurige werkloosheid is groter voor oudere werknemers. De langdurige werkloosheid onder oudere werknemers in de EU is 13,5 procentpunten hoger dan onder werknemers in het midden van hun loopbaan.
 

De arbeidsparticipatie van oudere werknemers in de beroepsbevolking is toegenomen. Het retentiepercentage is gestegen van 44 % in 2010 tot 57 % in 2022, als gevolg van hervormingen van het pensioenstelsel en krappe arbeidsmarkten. De genderverschillen in de retentiepercentages zijn bijzonder groot in bepaalde Oost-Europese landen en Oostenrijk.
 

De kwaliteit van het werk is beter voor oudere werknemers. Dit kan deels worden veroorzaakt door het “healthy worker”-effect: werknemers hebben de neiging om eerder met vervroegd pensioen te gaan als ze een baan van slechtere kwaliteit hebben. Over het algemeen hebben oudere vrouwen te kampen met een slechtere arbeidskwaliteit dan oudere mannen.
 

Beroepskwaliteitsprofielen helpen inzicht te krijgen in de ongelijkheid tussen oudere werknemers. Uit de profielen blijkt dat een derde van de oudere werknemers “een actieve baan” met een goede werkkwaliteit heeft, terwijl een vijfde van de oudere werknemers “een risicovolle” baan heeft, die in verband wordt gebracht met een laag mentaal welbevinden, financiële onzekerheid en een minder goed evenwicht tussen werk en privéleven.
 

Een slechte gezondheid is een belangrijke risicofactor voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt. Het is waarschijnlijker dat werknemers met een slechte gezondheid vervroegd uittreden uit de arbeidsmarkt door middel van een invaliditeitspensioen, werkloosheid of vervroegde pensionering.
 

Ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt hebben ongunstige neveneffecten. Ze veroorzaken mentale-gezondheidsproblemen, loonverschillen en baanonzekerheid. De nadelige effecten kunnen zich gedurende de hele loopbaan van vrouwen opstapelen en versterken, met gevolgen voor de werkgelegenheid van oudere vrouwen.
 

De motivatie om te blijven werken verschilt van de werkmotivatie. Oudere werknemers met een grote werkmotivatie kunnen ongemotiveerd zijn om tot de pensioengerechtigde leeftijd of nog langer door te blijven werken. Dit kan worden beïnvloed door factoren als zelfbeschikking, een positieve houding ten aanzien van vervroegde uittreding en culturele voorkeuren.
 

Leeftijdsdiscriminatie en discriminatie op de werkplek blijven bestaan. Ondanks wetgeving die discriminatie op grond van leeftijd verbiedt, worden veel oudere werknemers geconfronteerd met intimidatie en oneerlijke behandeling bij wervings-, promotie- en ontslagprocedures.
 

Zorgvoorzieningen en sociale ondersteuning zijn van cruciaal belang voor oudere werknemers. Veel werknemers verlaten de arbeidsmarkt vroegtijdig om voor familieleden te zorgen, met name in landen die onvoldoende zorgvoorzieningen en socialebijstandsstelsels hebben.
 

De lidstaten stimuleren een langer arbeidsleven. Veel lidstaten proberen, met wisselend succes, uitstel van pensionering aan te moedigen door aanvullende pensioenuitkeringen te verstrekken aan mensen die tot na de wettelijke pensioenleeftijd blijven werken.
 

Er zijn flexibele pensioenmogelijkheden ingevoerd. Recente veranderingen in sommige lidstaten staan oudere werknemers toe om geleidelijk met pensioen te gaan. Dit helpt om werknemers die anders misschien helemaal zouden stoppen met werken, in dienst te houden.
 

Duurzame praktijken op de werkplek zijn belangrijk. Uit inzichten van de lidstaten blijkt dat het behouden van oudere werknemers inspanningen op meerdere gebieden vereist: digitale vaardigheden, hybride werken en telewerken, personeelsbeleid, gezonde werkplekken en praktijken op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.
 

Collectieve overeenkomsten richten zich op regelingen om oudere werknemers in dienst te houden en op voorzieningen voor oudere werknemers, zoals arbeidstijdverkorting, deeltijdwerk en regelingen voor geleidelijke uittreding. De aanpak van de gevolgen van demografische veranderingen is echter nog geen primair punt van zorg bij collectieve onderhandelingen in het algemeen.
 

Beleidsadviezen

Beloon werken en latere pensionering door publieke stimuleringssystemen die mensen motiveren om aan het werk te blijven.
 

Ontmoedig mogelijkheden voor vervroegde uittreding en houd tegelijkertijd rekening met de behoeften van werknemers voor wie de arbeidsomstandigheden zwaar zijn alsook werknemers met een lange loopbaan.
 

Wees rigoureus bij het implementeren van beleid waarvan bewezen is dat het werkt, en breng de beste praktijken in de lidstaten onder de aandacht. Gerichte steun voor oudere werknemers kan positieve effecten hebben in sectoren met hoge vervroegde-uittredingspercentages.
 

Focus op oudere werknemers om langdurige werkloosheid te voorkomen, aangezien uit gegevens blijkt dat het voor hen langer duurt om nieuw werk te vinden als ze eenmaal werkloos zijn. Leg de nadruk op herplaatsing binnen een organisatie.
 

Verbeter de toegang tot en de kwaliteit van (gezondheids)zorgdiensten, aangezien een aanzienlijk aantal oudere werknemers voornamelijk vroegtijdig met pensioen gaat om zorg aan familieleden te verlenen. Dit wordt vaak verergerd door beperkte toegang tot zorgvoorzieningen, met name in Oost-Europese lidstaten.
 

Ga leeftijdsdiscriminatie op de werkplek tegen. Organisaties moeten oudere werknemers behouden en gepensioneerden aanmoedigen om terug te keren door leeftijdsdiscriminatie aan te pakken en leeftijdsmanagementbeleid te implementeren.
 

Overweeg om flexibele pensioenmodellen in te voeren, zoals in sommige lidstaten reeds is gebeurd.
 

Garandeer dat de zorgen en behoeften van oudere werknemers systematischer in aanmerking worden genomen bij collectieve onderhandelingen en sociale dialoog, bijvoorbeeld door middel van een gezamenlijke actie op het gebied van demografische fondsen, flexibele pensioenopties en op de leeftijd afgestemde opleiding.
 

The report contains the following lists of tables and figures.

List of tables

  • Table 1: Overview of physical and social environments by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Table 2: Overview of job tasks by age group and gender, EU-27 (%)
  • Table 3: Overview of working time arrangements by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Table 4: Overview of job prospects by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Table 5: Intrinsic job features by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Table 6: Job quality of older employees aged 55+ by job profile and indicators of the job quality index, EU-27, 2021

List of figures

  • Figure 1: Employment by age group, EU-27, 2010–2023 (millions)
  • Figure 2: Proportion of workers aged 55–64, EU Member States, 2010 and 2023 (% of total employment)
  • Figure 3: Employment rate by age group, EU-27, 2010–2023 (%)
  • Figure 4: Employment rates for men and women, for those aged 55–64, 2010–2023 (left panel), and by age group, 2023 (right panel), EU-27 (%)
  • Figure 5: Gender employment gap in 2005 and 2023 among those aged 55–64 by EU Member State (percentage points)
  • Figure 6: Part-time employment by type of contract and age group, EU-27, 2023 (% of total employment)
  • Figure 7: Part-time employment by age group and EU Member State, 2023 (% of total employment)
  • Figure 8: Self-employment by age group and EU Member State, 2023 (% of total employment)
  • Figure 9: Prevalence of long-term unemployment by age group and EU Member State, 2023 (% of total unemployment)
  • Figure 10: Transitions from unemployment to employment by age group and EU Member State, 2023 (% of unemployment)
  • Figure 11: Participation in formal and non-formal education and training by age group and EU Member State, 2022 (%)
  • Figure 12: Retention rate by age group, EU-27, 2010–2022 (%)
  • Figure 13: Retention rate by age group and EU Member State, 2022 (%)
  • Figure 14: Retention rate among those aged 60–64 by sex, EU-27, 2010–2022 (%)
  • Figure 15: Retention rate among those aged 60–64 by gender and EU Member State, 2022 (%)
  • Figure 16: Retention rate among those aged 60–64 by sector of activity, EU-27, 2022 (%)
  • Figure 17: Employment rate among those aged 65–69 years by gender, EU-27, 2010–2023 (%)
  • Figure 18: Healthy life years at the age of 65 by gender and EU Member State, 2022 (years)
  • Figure 19: Self-perceived health (very good or good) by labour status for those aged 55–64, EU-27, 2010–2023 (%)
  • Figure 20: Workers aged 55–64 years reporting bad or very bad health by gender and EU Member State (%)
  • Figure 21: Poverty and social exclusion among those aged 55+, EU-27, 2015–2023 (%)
  • Figure 22: Physical environment by age group, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 23: Physical demands and risks by occupations among those aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 24: Items of work intensity by age group, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 25: Items of organisational participation (answers ‘always’ and ‘often’) by age group and gender, EU-27 (%)
  • Figure 26: Usual working hours per week by age group, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 27: Preferences of employees aged 55+ regarding their weekly working hours by usual weekly working hours, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 28: Participation in each training type by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 29: Good career prospects by gender and age group, EU-27 (%)
  • Figure 30: Good career prospects by economic sector and age group, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 31: Job resources and strain by age group and gender, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 32: Association between job quality and employee age, EU-27, 2021 (reference category:  30–54 years)
  • Figure 33: Job profiles by employee characteristic, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 34: Job profiles of older employees aged 55+ by EU Member State, 2021 (%)
  • Figure 35: Occupational structure by job profile of older employees aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 36: Job profiles of older employees aged 55+ by sector, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 37: Work–life conflict by job profile of older employees aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 38: Financial sustainability indicators by job profile of older employees aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 39: Work engagement indicators by job profile of older employees aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 40: Health problems by job profile of older employees aged 55+, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 41: Effective versus statutory retirement age by EU Member State for women (top panel) and men (bottom panel) (years)
  • Figure 42: Physical and social environments by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 43: Work intensity and task discretion and autonomy by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 44: Organisational participation by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 45: Organisational participation, unsocial work schedules and flexibility in working hours by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 46: Training opportunities and job insecurity by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
  • Figure 47: Opportunities for self-realisation by age group and job profile, EU-27, 2021 (%)
Number of pages
86
Reference nº
EF24029
ISBN
978-92-897-2464-7
Catalogue nº
TJ-01-25-002-EN-N
DOI
10.2806/4361116
Permalink

Cite this publication

Disclaimer

When freely submitting your request, you are consenting Eurofound in handling your personal data to reply to you. Your request will be handled in accordance with the provisions of Regulation (EU) 2018/1725 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2018 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data by the Union institutions, bodies, offices and agencies and on the free movement of such data. More information, please read the Data Protection Notice.

OSZAR »